Vangelis - Alexander ***
Moet wel de meest gehypte score
van het jaar zijn. Al medio dit jaar werd een site online
gezet, volledig besteed aan de muziek voor deze film. Bovendien werd toen ook al
een soundclip uitgebracht die zowat vier minuten van Vangelis’ score liet horen.
De hype was gelanceerd en zou nog versterkt worden door tal van goede reviews
een paar maanden later. Een hype is gevaarlijk voor de fans, die kunnen
afknappen als het uiteindelijk allemaal niks is geworden. Zelf was ik toch
gedeeltelijk meegezogen in die situatie. Maar uiteindelijk lost de score de
meeste verwachtingen in, al ben ik bij sommige
tracks enigszins ontgoocheld.
Vangelis heeft de laatste 12 jaar weinig gedaan voor film maar dat
betekende niet dat hij stil zat. De man componeerde Mythodea, muziek voor
de Nasa-missie naar Mars. Hij componeerde ook losstaande projecten zoals El
Greco en Oceanic. En natuurlijk verschenen in die tijd oneindig veel
compilaties met weer de muziek van Chariots of Fire, alweer het thema van
Conquest of Paradise enzovoort. Goed nieuws dus voor de fans. Eindelijk
iets nieuws en dat na een lange tijd.
De score start best wel rustig om dan over te vloeien in Titans, een
enorm episch nummer gedreven door constant pompende percussie met het koor en
veel koper, al dan niet elektronisch. Een track die blijft doorgaan
in een niet te stoppen snelheid. Op zijn beurt gaat de
track over in The Drums of Gaugamela. Opnieuw
machtige muziek met, hoe raad je het, enorm veel percussie samen met de
voorgaande elementen. Ook de klagende stemmen van het koor zijn best geslaagd.
Oliver Stones keuze voor Vangelis lijkt in elk geval verrassend. De
componist is verzot op synthesizers en dat zal hij ook niet laten. Stone wilde
wellicht iets anders, iets nieuws voor een epische film als deze. Het is in elk
geval groots. Met de synths voorop en het orkest duidelijk op de achtergrond,
componeerde Vangelis een grote, epische score. Die grootsheid wordt versterkt
door een immens koor. Vangelis heeft trouwens absoluut niet altijd de bedoeling
een orkest na te bootsen. Vandaar soms dat duidelijk elektronische randje bij de
muziek. Doet meteen denken aan Chariots of Fire.
Vanzelfsprekend zijn wat etnische instrumenten geïntegreerd. De harp zorgt voor
de romantische melodieën, terwijl de zo geliefde duduk de
dolende momenten ondersteund. Ook bijzonder is Roxane’s Veil. Opvallend
omdat het uit de score springt, het lijkt anders te zijn. Maar het past
wonderwel bij de algemene sfeer en sound van Vangelis score. Roxane’s Veil
heeft een indrukwekkende vioolsolo van Vannessa Mea. Het nummer straalt een zeer
new-age feeling uit en behoort tot de hoogtepunten van de score.
Maar wat een beetje wringt, is onder andere de samenhang. Er is helemaal
geen duidelijk thema dat door de hele score terugkeert. Elk nummer heeft zijn
eigen melodie die meestal wel sterk genoeg is om alles te dragen. Maar af en toe
volstaat een eenvoudig motiefje of melodie niet om alles te redden. Enkele
nummers zijn namelijk behoorlijk saai. Vangelis blijft zichzelf in die nummers
herhalen zonder enige ontwikkeling. Het zo typische Gardens of Delight,
met dat gevoel van verkenning, gaat erg snel vervelen. Ook Roxane’s Dance
mocht gerust wat ingekort worden. Maar na enkele van
zulke momenten, gaat Vangelis er weer lekker mee door. Bij The Charge mag
je je klaarmaken voor een helse, epische rit doorheen grootse, oneindige
momenten die behoren tot het zaligste wat dit jaar te horen was. Eternal
Alexander vat alles samen met een enorm heldhaftige melodie. Iets waarmee
Vangelis niet beter kon afsluiten.
24 december 2004