Rebecca Pronsky - Departures & arrivals     (Waardering Muziekwereld) ***½

Rebecca Pronsky - Departures & arrivals

Het kan soms serieus ambetant zijn als je een stem hoort op een nieuwe plaat en denkt dat dit heel herkenbaar is want het lijkt op iets dat je al eerder gehoord hebt. Maar op wie of wat? Na vele beluisteringen ben ik er dan toch uit, denk ik. De hartveroverende, jazzy stem van de uit Brooklyn, New York, afkomstige Rebecca Pronsky lijkt heel fel op die van Paula Frazer, de voormalige zangeres van de cultgroep Tarnation. En ook op die van de Canadese zangeres Neko Case. “Departures & Arrivals” is al de derde full-cd van deze artieste na “Milestone” uit 2002 en “The Early Hours” uit 2004. Voor ons is het echter een eerste kennismaking en - het dient gezegd - een heel aangename. Rebecca Pronsky zingt al professioneel sinds haar achtste levensjaar en ze studeerde stemtechniek bij een New Yorkse rockzanger, die haar al vroeg op het podium liet staan om haar zangtalent te etaleren. Tijdens haar jeugdjaren leerde ze gitaar spelen en begon ze ook haar eigen liedjes te schrijven. Haar universitaire studies waren ook al aan de muziek gewijd door haar keuze voor ethnomusicologie. Tegelijkertijd verfijnde ze haar stemkwaliteiten via een studie jazz-stemtechniek. Daarna ging ze aan de slag als kantoorbediende, maar ze wist al snel dat ze haar toekomst niet daar maar in de muziek wilde uitbouwen en dat ze doorheen Amerika wilde toeren om op zoveel mogelijk podia te staan. Haar twee eerdere albums kregen lokaal heel lovende kritieken en dat stimuleerde haar om onvoorwaardelijk voort te doen op de ingeslagen weg. Nu draait hier de derde cd “Departures & Arrivals” die ze met vriendje Rich Bennett en zijn begeleidingsgroep The Textures opnam. Het schijfje verrast ons zeer positief. De eerste song op de plaat heet “Birds”, een muzikaal hoogstandje waarin ze vooral haar visitekaartje als zangeres meteen afgeeft. Een erg catchy gitaarriff en een vlotte melodie die blijft hangen, zelfs nog als je enkele uren later ergens iets heel anders aan het doen bent. “New Haven” leunt meer aan bij jazzy laidback en “Million Days” stuwt voort op een rockende drum- en gitaarbeat. Maar dan toont Rebecca Pronsky ons van haar allersterkste kant in de twee volgende songs. Sterke ballads met uitstekend vocaal werk en met een hoogstaand tekstueel verhaal. Het jazzy “Oscar Song” verhaalt op filmische wijze over haar relatie en de beeldspraak beschrijft hoe ze een Oscarbeeldje uitreikt voor de liefde en de vriendschap die ze mag ervaren van haar geliefde. In het tragische en melodramatische “Digging Graves” hoor ik zangwerk zoals dat meestal gebracht wordt door The Innocence Mission en door Neko Case. Met “Departures & Arrivals” slaagt Rebecca Pronsky er wonderwel in een brug te bouwen tussen folk, country, jazz, Americana en indie popmuziek. Een grote verdienste, zonder meer. Zij weet de luisteraar te boeien door de variëteit in de songs die zich steeds langsheen de grenzen van de eerdere vermelde genres bewegen. “Pensacola” is ook zo’n softrocksong die op een onweerstaanbare beat drijft. Na een eervolle vermelding voor de liedjes “Orchids” en “Gone” kunnen we ook nog even aangeven dat het hoogtepunt van deze plaat - zoals wel vaker gebeurt - voor het laatst bewaard werd. “Big City Lights” is een song die zo in de archieven van de all time hitklassiekers kan worden toegevoegd. Een ronduit prachtig nummer en schitterend gezongen. Wacht eens, ik denk dat ik hier maar ga stoppen en snel dat liedje nog eens opzetten.
(valsam)

Bron: www.rootstime.be

 

Gepubliceerd op Muziekwereld: 27 april 2008

Tracks en Credits

Terug naar Hoofdindex