Lunasa - The Kinnitty Sessions
****
Hoewel ze misschien iets minder
bekend zijn, wordt Lúnasa vaak in één adem genoemd met andere traditionele Ierse
supergroepen die in de jaren ’90 hun muzikale opgang kenden (denk aan Dervish,
Altan e.a.). Verschil met de meeste anderen is dat Lúnasa volledig instrumentaal
opereert. En hoewel het weinigen is gegeven om nummer na nummer te kunnen
blijven boeien met instrumentale traditionele Ierse muziek, slaagt Lúnasa hierin
met volle overtuiging. In 1997 bracht het vijftal Seán Smyth (viool & whistles),
Kevin Crawford (fluit & whistles), Trevor Hutchinson (bas), Donogh Hennessy
(gitaar) en Cillian Vallely (uilliann pipes & whistles) hun eerste titelloze
debuut uit. Dit eerste album reikte al meteen tot in de hoogste regionen van de
internationale folkcharts. Nu, vier albums later, staat de groep nog steeds – en
meer dan ooit – garant voor frisse, dynamische en zeer melodische instrumentale
Ierse folk. Lichtend voorbeeld en inspiratiebron voor hun muziek is,
zoals ze zelf zeggen, The Bothy Band. Technologische
snufjes komen er bij Lúnasa niet aan te pas. De groep kiest op hun laatste album
daarentegen resoluut voor een no nonsense aanpak en het live-geluid. De cd werd
dan ook opgenomen voor een live – maar op de plaat onhoorbaar – publiek in het
fabelachtige Kinnitty Castle in Co Offaly. Daarmee is meteen de titel van het
album verklaard. Op het cd-hoesje geven de groepsleden trouwens zelf aan wat ze
over hun laatste album denken: ‘the most dynamic and immediate album yet;
you simply have not heard Lúnasa until you have heard The Kinnitty Sessions’.
Wat Lúnasa ook een beetje onderscheidt van andere Ierse groepen zijn de
vloeiende baslijnen van (ex-Sharon Shannon) bassist Hutchinson. De bas is niet
bepaald een instrument dat tot de line-up van een doorsnee traditionele Ierse
groep behoort. Maar Hutchinson geeft de muziek van Lúnasa onmiskenbaar een meer
dynamisch en muzikaal karakter. The Kinnitty Sessions telt 11 instrumentale
nummers die telkens bestaan uit twee of meer tunes, in hoofdzaak snelle,
opgewekte jigs en reels. De cd start meteen veelbelovend. In
Stolen Purse mogen de uilliann
pipes samen met de fluit de spits afbijten in een eerste jig. Bij de tweede
melodie vallen bas en gitaar in om daarna samen met de viool het nummer met een
toffe reel te besluiten.
Over het hele album genomen is de muzikale hoofdrol weggelegd voor de fluit en
de whistles. Belangrijkste voorbeelden hiervan zijn
The Walrus en
Bulgarian Rock, twee nummers
waar drie van de vijf muzikanten zowaar de whistle hanteren. In het ene nummer
bespelen ze de – in een hogere toon klinkende – ‘F’ whistles, in het andere doen
ze een beroep op ‘low whistles’, in een lage toon klinkende whistles dus… En dit
alles perfect op elkaar afgestemd, in drie verschillende muzikale partijen en
met vaak zeer vindingrijke accentjes. In Bulgarian Rock halen ze, zoals de titel
het al aangeeft, hun inspiratie uit Bulgarije. Dit is vooral te merken aan het
tegendraadse ritme van het nummer. Voor het overige bevat de cd echter
grotendeels traditionele Ierse tunes. Ook in het zeer
energierijke Island Paddy
staat de whistle centraal. Maar ze wordt hierbij – naast de gitaar en bas – op
sublieme wijze begeleid door de viool die als het ware mee de baslijn
ondersteunt. In het rustigere eerste deel van
Ballyogan doet de fluit het
samen met de uilliann pipes. In de reel die hierop volgt krijgen ze daarbij ook
het gezelschap van de viool. Sean In
The Fog start ook met een rustig eerste deel om vervolgens alle
remmen los te gooien in een melodieuze jig en dito reel. De gevarieerde tunes in
Maids In The Kitchen
zijn eveneens zeer goed consumeerbaar. Dit nummer is bovendien de perfecte
illustratie van hoe de bas een meerwaarde geeft aan de muziek van Lúnasa. In
Punch treedt de
vingervlugge viool op de voorgrond, enkel begeleid door
gitaar en bas. Meer ingetogen gaat het er daarentegen aan toe in het wondermooie
The Dimmers. Dit nummer
start met een tokkelende gitaar, bas en fluit, maar bereikt een ware climax
wanneer de uilliann pipes en viool invallen: echt genieten geblazen! De uilliann
pipes mogen het in The Wounded Hussar
trouwens helemaal solo doen. Maar door het weemoedige karakter is dit nummer
toch enigszins een buitenbeentje op wat voor de rest een zeer energierijk album
is. Het slotnummer Tie The Bonnet
is nagenoeg de ideale samenvatting van het hele album: zeer leuke en gevarieerde
melodieën, perfect en vingervlug samenspel versus de ideale afwisseling tussen
fluit, viool en uilliann pipes. En dit alles ondersteund door een ritmische
gitaar en vloeiende bas die met de nodige power en dynamiek voor een perfect
geheel zorgen.
Met The Kinnitty Sessions geeft Lunasa haar visitekaartje af voor diegenen die deze groep nog niet kenden. Verplichte aanschaf voor liefhebbers van Celtische muziek!.
22 september 2004
Terug naar Hoofdindex