Dream Theater - Live at Budokan ****
Met metal heb ik
altijd een zekere haat-liefde verhouding gehad. De pioniers, zoals Deep Purple,
Led Zeppelin en Black Sabbath kon ik wel waarderen, omdat ze in hun muziek ook
elementen van blues (en bij Led Zeppelin ook folk en country) verwerkten. Maar
bands die grossierden in ellenlange gitaarsolo's en egotripperij kwamen mijn
platen/cd-kast niet in. Ik denk dan b.v. aan Iron Maiden en Judas Priest. Via
een vriend van mij die ongeveer 2000 metal CD's bezit hoorde ik een paar jaar
geleden voor het eerst de muziek van deze uit Boston
afkomstige groep. Symfonische metal, dat was hun stijl. Daarbij dacht ik
ondermeer aan Saga, een band die ik vreselijk vond. Maar dit was heel iets
anders. Hoewel de zanger een vrij hoge stem heeft (ook een veel voorkomend
kenmerk van metal-bands dat mij niet zo aanstond, ik ben niet zo'n liefhebber
van gegil dat nergens heengaat) wende ik daar snel aan. Het bleken geweldige
muzikanten, en ze waren in staat om emotie over te brengen op een vrij unieke
manier. En nu is er dan Live at Budokan, een driedubbele CD met bijna drie uur
muziek. Wat mij betreft het absolute hoogtepunt in de carrière van deze band en
een van de beste albums van 2004. Het begint met het geluid,
dat is werkelijk formidabel. Ik denk dat mijn installatie, die toch vrij goed
is, niet eens alles uit deze CD's weet te halen dat er in zit.
Vervolgens de werkelijk virtuoze muzikanten, vooral de drummer en de gitarist,
maar ook de bassist en de toetseman weten het maximale
uit hun instrumenten te halen. Hoogtepunten zijn Endless Sacrifice, Pull me
Under en Hollow Years, een schitterende ballad met gitaarwerk
dat soms aan Mark Knopfler doet denken. Maar er valt hier heel veel te genieten
als je even door de stem heen weet te bijten. Sommigen
zullen de solo's wat te lang vinden op sommige stukken. Anderen zullen een
aantal nummers sowieso te lang vinden. Maar zie het als een
organisch geheel de puzzelstukjes passen precies in elkaar. Vier sterren en geen
vijf vanwege enkele nummers (zoals de keyboard-
solo) die net maken dat ik het niet als een absolute klassieker beschouw.
recensie: Kees Smit
15 december 2004