Donald Fagan - Morph the cat (Waardering Muziekwereld) ****½
Er is iets vreemds aan de hand met Morph The Cat, Donald Fagens derde soloplaat. Ga maar na: The Nightfly (1982) was van een onmetelijke schoonheid. Met zorgvuldig uitgekozen topmuzikanten creëerde hij op elke song een autonoom sfeertje, dat naadloos aansloot op de morbide teksten waarin de hopeloze romanticus de wereld probeerde te begrijpen. Na het licht tegenvallende Kamakiriad (1993) heeft Fagen nu negen songs opgenomen met nagenoeg dezelfde bezetting die present was op Steely Dans laatste cd Everything Must Go. Maar op een of andere rare manier klinkt Morph The Cat toch als een volbloed Fagen-soloplaat. Met behulp van ervaren rotten als bassist Freddy Washington en saxofonist Chris Potter levert de Amerikaan een bijtend werkstuk af, waarop hij door een sleutelgat naar het volgens hem nog immer maatschappelijk verrotte New York kijkt. De dreigende terreuraanvallen denkt hij op te lossen met het dichtgooien van de tuindeuren (Mary Shut The Garden Door), maar tegelijkertijd durft hij ook voor het eerst zijn privégeluk uit te schreeuwen (The Great Pagoda Of Funn). Tussendoor gaat hij ook nog in gesprek met de geest van Ray Charles (What I Do). Wat Morph The Cat zo bijzonder maakt, is de serene, haast klinische compositieopbouw. Stijlmatig schurkt dit album dan ook dichter tegen een Steely Dan-plaat als The Royal Scam aan dan dat hij refereert aan The Nightfly. En al haalt Morph The Cat niet het tijdloze niveau van dat meesterwerk, hij vormt in al zijn verstilde schoonheid wel het beste dat Fagen sinds begin jaren tachtig heeft gemaakt. JEAN-PAUL HECK
Bron: www.oor.nl
Gepubliceerd op Muziekwereld: 21 april 2006