André van den Boogaart - Rauwe rand (Waardering Muziekwereld) 8
Hij speelt gitaar bij de eigenzinnige rootsband Bradley’s
Circus, maar schrijft ook liedjes in zijn eigen taal. Met het nummer
Hey God van zijn eerste
soloplaat Met Modder In Mijn Bloed
(2012, de titel slaat op zijn Brabantse afkomst en de manier waarop hij in het
leven staat) won André
van den Boogaart de liedjeswedstrijd Brabants
Moiste Lied in 2013, waarmee zijn talent als singer-songwriter alvast officieel
bevestigd is. Mijn eerste kennismaking met zijn muziek was twee jaar geleden, in
een kroeg in Eindhoven waar hij als lid van singer-songwritercollectief Broeders
van het Zuiden twee nummers ten gehore mocht brengen. Opvallend was de
intensiteit waarmee hij die speelde, ik zou bijna zeggen als bezeten. En
misschien is dat ook wel zo, in zijn bio lees ik: “Ik
schrijf liedjes omdat het moet en ik zing ze omdat ik dat fijn vind”
en de hoes van zijn nieuwe plaat laat een barskijkende donkere kop zien van een
vent die je liever niet in een donker steegje zou willen tegenkomen. Zijn
kersverse album heeft de titel
Rauwe
Rand
meegekregen, opnieuw is dat al een voorbode van de inhoud, rauwe bluesy klanken
en intense oprechte liedjes.
Veel nummers van André
van den Boogaart zijn geworteld in persoonlijke
ervaringen. Meisje Van Op De Boot
schreef hij naar aanleiding van een ontmoeting op de veerboot op de terugweg
van het festival Oerol, en in Blues In Weemoed
horen we onder meer over Ties, oftewel singer-songwriter
Mathijs Leeuwis,
die bovendien als gastmuzikant is te horen op banjo in openingsnummer
Met De Duivel Op Mijn Hielen.
In dat nummer wordt gelijk het schrijverstalent duidelijk: “Met
de Duivel op mijn hielen, mijn kuiten bloedend en mijn tanden bloot / Tergend de
dolende zielen, de top van mijn puinhoop is duizelingwekkend hoog”.
Nu is Van den Boogaart zelf al bepaald geen onverdienstelijk gitarist, maar in
zijn band heeft hij, naast
Joris Verbogt
(contrabas) en Jules
Fransen (drums), nog een paar muzikale troeven
met de uitstekende multi-instrumentalist
Alex Akela
en zangeres Birgit
Wijdemans, die een strot heeft om u tegen te
zeggen. Hij zit vooral in de bluesy hoek, maar dat is een kader waarbinnen hij
graag speelt met de mogelijkheden. In Sprankje
Hoop bijvoorbeeld is een gastrol weggelegd voor
rapper Tilberucht
(Ricardo Pol) en soms klinkt hij verrassend breekbaar, zoals in
Schone Schijn, waar hij
vol spijt zingt: Had ik maar gezegd wat ik
voor je voelde / Had ik maar gezegd: ‘Ik hou van jou’,
ondersteund door subtiele viool-accenten van Akela.
Kleine Zwarte Dood heeft
dan weer een intensiteit die neigt naar die van een David Eugene Edwards zonder
het religieuze randje.
Met André van den
Boogaart is ons land een eerlijke songwriter
rijker, eentje die de duisternis eerder opzoekt dan schuwt, maar tegelijk niet
bang is om zijn gevoelens in liedvorm bloot te geven. En als je dan weet dat uit
die barse kop op de hoes van
Rauwe Rand
deze rauwe, maar oprechte muziek voortkomt, laat hem dan maar opduiken in dat
donkere steegje. Met zijn gitaar.
Auteur: Mirjam Adriaans
Bron: http://www.folkforum.nl/cds/82-cd-recensies/13449-andre-van-den-boogaart-rauw-intens-en-oprecht
Gepubliceerd op Muziekwereld: 1 mei 2014