Ana Lua Caiano - Vou ficar neste quadrado / 8½ (Waardering Muziekwereld)
Het is altijd weer een fijn gevoel van verwachtingsvolle opwinding, als je een nieuwe plaat te beluisteren krijgt van bij Glitterbeat: ze doen daar namelijk niet aan het bewandelen van platgetreden paden én je moet er als luisteraar best wel een beetje je aandacht bij houden. Maar dit gezegd zijnde: je bent ook nooit teleurgesteld door wat je te horen krijgt, wat er op wijst dat ze daar bij het label een aantal mensen hebben rondlopen, die gezegend zijn met een geweldig stel oren. Dat blijkt ook nu weer, bij deze plaat van een bijzonder jong ogende multi-instrumentaliste uit Lissabon. Je moet al van zeer goeden huize zijn om al van de jonge vrouw gehoord te hebben, of je bent betrokken bij de organisatie van festivals als Eurosonic of Transmusicales, waar ze al gauw haar opwachting mocht maken, zelfs al had ze toen hooguit een paar EP’tjes uit. Die waren blijkbaar voldoende overtuigend om haar daar te boeken en van daaruit naar een platenfirma als Glitterbeat is het doorgaans maar een kleine stap.
Tot zover deze inleidende beschouwingen! De plaat zelf is bijzonder kort: 27 minuten voor een dozijn nummers en je kunt er al vanaf de eerste beluistering in horen dat Ana Lua flink geschoold is. Dat neemt ze mee in haar nummers, die je makkelijk onder de noemer “elektronica” kunt klasseren, maar die duidelijk ook geworteld zijn in de folk van haar Portugese moedergrond, zij het dat daarmee zowat alles bedoeld wordt, behalve de Fado. De dame doet zo goed als alles zelf, van percussie tot zang en toetsen en je kunt er ook aan horen dat haar opleiding een hele geut jazz bevat heeft. Bij Ana Lua draait het voornamelijk om ritme, al speelt ze ook met melodieën, die bij wijlen als kinderrijmpjes klinken. Ik ken weinig Portugees, maar het ontgaat mij niet dat die taal van zichzelf heel geschikt is voor ritmisch fantaseren en zelfs nu ik lees dat Ana Lua al eens zelf verzonnen woorden durft te gebruiken, kan ik niet anders dan zwaar onder de indruk zijn van de manier waarop zij en haar computer een melodielijntje weten uit te bouwen tot een heus en volwaardig nummer. Daartoe gebruikt ze de traditionele grote Portugese trom, de bombo, die bij haar optredens een prominente plaats op het podium krijgt, naast een aantal veelel elektronisch gecreëerde geluiden, die zorgen voor een gelaagde klank en die vaak een bezwerende bijklank bezitten en die deze plaat tot een heuse luisterbelevenis maken. Er circuleren enkele bijzonder leuke YoçuTube-clips op het web en die mag ik u van harte aanbevelen, bij wijze van kennismaking. Maar beter is het nog de volledige hap door te nemen en daarbij misschien te beginnen bij wat de plaat afsluit, de live reprise van “Deixem O Morto Morrer”: bij die versie ontdek je hoe Caiano tewerk gaat en wil je meteen meer gaan beluisteren. Ik mocht het zelf ondervinden: dit is ongewoon en ongebruikelijk, maar het werkt wel bijzonder verslavend. Heel knap debuut is dit !
Recensent: Dani Heyvaert
Bron: www.rootstime.be
Gepubliceerd op Muziekwereld: 29 september 2024