Hij was een jeugdige superster tegen wil en dank. Peter Frampton maakte het fameuze debuutalbum Frampton Comes Alive! en raakte vervolgens uit de gratie. Maar hij ploegde onverdroten voort. Nu komt hij met Thank You Mr. Churchill. Want als de grote staatsman niet had ingegrepen, had Frampton nooit verwekt kunnen worden.
‘Jij gaat zingen’, zeiden de managers van The Herd. ‘’Neem me niet kwalijk’’, zei de aangesprokene verrast. ‘Ik ben de sologitarist. Ik zing alleen op de achtergrond. 'Nee’, hield de zakelijk brigade vol, ‘jij gaat zingen’. Peter Frampton was een jaar of zeventien toen dit tafereel zich afspeelde. Het was een beslissend moment in zijn leven, want hij werd ‘een gezicht’. Hij zag er leuk uit, de meisjes vielen als een blok voor hem en singles als From The Underworld (1967) en Paradise Lost (1968) werden grote hits. Het was een vermoeiende periode voor Peter. Hij besloot samen met Steve Mariott in Humble Pie te gaan samenwerken. Steve had daarvoor met de Small Faces dezelfde hectische periode meegemaakt. De twee ‘publiekslievelingen’ bleken elkaar perfect aan te vullen. Marriott was de ruige bluesrocker. Frampton de man van de melodie en de lyriek. Niettemin verliet hij het stomende kwartet in 1971. ‘Het was de beste band waar ik ooit in heb gezeten, maar iets dreef me om een volgende stap te zetten’, luidde Frampton’s eenvoudige verklaring.
Merkwaardig genoeg trapte Peter Frampton na enkele fraaie producties in dezelfde val als eerder bij The Herd. Zijn live dubbelalbum Frampton Comes Alive uit 1976 brak alle verkooprecords, de single Show Me The Way, waarop hij zo aardig zijn gitaar liet praten, bestormde de hitlijsten. Andermaal werd de jongen uit Engeland – hij was inmiddels 26 – ‘een gezicht’. Dronken van het overweldigende succes raakte hij het spoor bijster. Hij ging zich afvragen wat de mensen van hem verwachten en begon halsoverkop materiaal voor een volgende productie te schrijven. ‘Wat ik had moeten doen was een paar jaar de tijd nemen’, realiseerde hij zich later. ‘Maar je hebt altijd mensen om je heen en er spelen grote financiële belangen. Na al die jaren van optreden en platen maken, wil je natuurlijk ook graag in Rolling Stone staan. En ineens smeken ze je om een coverstory. Hoe kun je dan ‘nee’ zeggen?’. Het lot keerde zich tegen hem. Opvolger I’m In You werd gunstig gerecenseerd, maar toch als teleurstellend ervaren. Tot overmaat van ramp kreeg hij een auto-ongeluk. Langzaam maar zeker verdween Frampton naar de achtergrond. Dat wil zeggen, hij bleef platen maken en ging samenwerken met jeugdvriend David Bowie en Bill Wymans Rhythm Kings. Frampton was ook betrokken bij Almost Famous (2000), een film van Cameron Crowe. Hij schreef er twee nummers voor, gaf adviezen aan hoofdrolspeler Billy Crudup en acteerde zelfs als een roadmanager genaamd Reg. In 2003 verscheen Now, zijn eerste studioproductie in lange tijd, vier jaar geleden gevolgd door het instrumentale Fingerprints, dat hem zowaar een Grammy opleverde.
Frampton greep met Fingerprints terug naar de gitaarhelden van zijn jeugd. Hij schakelde daarbij niet alleen ex-leden van The Shadows en de Stones-ritmesectie Wyman/Watts in, maar tevens saxofonist Courtney Pine, leden van Pearl Jam en collega-gitarist Warren Haynes. Diezelfde intentie om het verleden te verbinden met het heden, kenmerkt zijn kersverse album Thank You Mr. Churchill. Het album staat vol met persoonlijke songs. In Vaudeville Nanna And The Banjolele wordt het eerste muziekinstrument bezongen, gevolgd door een smachtende zwerftocht langs de muziekzaken van Londen. Net zoals alle aspirant-gitaristen van die tijd stond Peter Frampton met zijn neus tegen de winkelruit geplakt, dromend van later. Black Ice gaat een stuk verder, want dat handelt over de drugsverslaving die hij zeven jaar geleden wist te overwinnen. Beklemmender is Asleep At The Wheel, dat een fraaie instrumentale suite in drie delen inleidt. Op een dag zag Peter Frampton een tv-uitzending over een meisje, genaamd Megumi Yokota. Ze was in de jaren zeventig in Japan gekidnapt door Noord-Koreanen en is sindsdien onvindbaar. Ze was een jaar of dertien, net zo oud als de dochter van Peter Frampton, en er is nooit meer iets van haar vernomen. Het gerucht gaat dat ze de nanny van Kim Jong-Ils kinderen is geweest en nu als zijn assistente fungeert (Kim Jong-Il is de leider van Noord Korea). Haar ouders proberen al jaren informatie in te winnen, maar worden aan het lijntje gehouden. Pittige onderwerpen, mogen we wel stellen. En zo is er meer. Opgroeien met de magie van Motown, de meltdown op Wall Street en uiteraard de verlate dank aan Winston Churchill, waar de titel van het nieuwe album aan refereert. De onbuigzame staatsman met het uiterlijk van een norse bulldog liet vader Frampton veilig uit de Tweede Wereldoorlog komen, aldus het lied, waardoor zoon Peter verwekt werd en aan zijn creatieve carrière met veel ups en downs kon beginnen. Frampton zegt hierover: ‘Weet je, wat je het graf niet in jaagt, maakt je alleen maar sterker. Ik denk dat ik sterk ben begonnen. Sommigen zullen zeggen dat ik niet genoeg leergeld heb betaald, maar dat heb ik wel gedaan. Dat blijf je doen. Ik had een sterke start en in zal ook een sterke finish hebben’.
Recensie 'Thank You Mr Churchill' op 7 juli a.s op Muziekwereld