Joss Stone wordt geroemd als één van die nieuw jonge Britse soultalenten die een hele generatie nieuwe zangeressen inspireert. Al doende leren haar generatiegenoten heel wat bij over de wortels van de soulmuziek, zowel die uit Amerika als Engeland. Afgelopen najaar verscheen Joss Stone’s vierde studioalbum Colour Me Free, met betrekkelijk weinig tamtam. Dat album was er dan ook bijna nooit gekomen.
Joss Stone is anders. Anders dan andere meisjes van 22. Dat was ook al toen ze eind 2003 op zestienjarige leeftijd debuteerde met een totaal doorwrocht soulalbum, bijgestaan door een band van Miami-soul veteranen in de leeftijd van haar grootouders… Joss had die plek veroverd via enkele talentenjachten op nationale tv, nog voor de tijd dat daar automatisch een dichtgetimmerd platencontract aan vast zat. Via via raakte zij in contact met Steve Greenberg, de baas bij S-Curve Records. Hij was diep onder de indruk van die volle stemklank van de schuchtere Britse tiener en verzocht de Amerikaanse soulveterane Betty Wright om wat dingen met haar uit te proberen. Betty belde haar oude makkers Benny Latimore, Timmy Thomas en Willie ‘Little Beaver’ Hale, alle inmiddels al ver in de vijftig, soms zelfs zestig. Het idee was om een soort EP met drie of vier liedjes te maken, maar binnen mum van tijd stonden er tien geheide soulkrakers op de band. Obscuur werk van Betty zelf en van tijdgenoten als Laura Lee, Carla Thomas en Aretha Franklin. Maar ook soulversies van nieuwe liedjes van The White Stripes en John Sebastian. Wat begon als een uitprobeersel werd één van de meest opmerkelijke (soul)debuten sinds lange tijd. De schuchtere Britse deerne van zestien, uit het landelijke Devonshire kon zich in één klap meten met grote Amerikaanse soulsterren als Angie Stone, India.Arie en Erykah Badu. Joss Stone gaf zelf te kennen vooral geïnspireerd te zijn door de eerdere generaties zangeressen zoals Aretha Franklin en Dusty Springfield plus de klanken van Stax en de vroege Atlantic-soul. Dat debuutalbum, The Soul Sessions, ging miljoenen keren over de toonbank en een ster leek geboren.
Met haar voorbereidingen op haar derde album Introducing Joss Stone (2007) verandert de sfeer. Joss is vast van plan om iets anders te doen dan voorheen en trekt daartoe producer, multi-instrumentalist en soulzanger Raphael Saadiq (artiest van de maand september op Muziekwereld) aan. Daarmee doen hiphopachtige beats en rappers als Common en Lauryn Hill hun intrede. Hoewel Joss aan de samenwerking met Raphael Saadiq goede herinneringen heeft denkt ze met gemengde gevoelens terug aan het hele proces. ‘Ik ben nog steeds heel blij met het muzikale resultaat, maar het heeft me ook heel veel zorgen gebaard. Dat enorme productieproces en de bijkomende druk die dat opleverde. Ik heb door zo’n productiegerichte plaat te willen maken een hoop stress mijn leven binnengesleurd. Mijn insteek was dat ik het echt goed wilde doen en zoveel mogelijk mensen tevreden wilde stellen. En hoe moet dat nou precies? Er kwamen allemaal ideeën en concepten in mijn hoofd die zich tijdens het creëren opdrongen. Er kwamen veel te veel gedachten en daarmee te veel druk. Ik kan beter gewoon wat gaan maken, weet ik nu. Gewoon mijn adem laten stromen en laten komen wat er komt. En dat dan laten zijn wat het is. Misschien zijn er mensen die dat mooi vinden, misschien niet. Dan maak ik gewoon weer iets nieuws en is het ok.’ De critici zijn doorgaans mild voor Joss, maar het album wordt bepaald niet het succes van de voorgangers. Dat is wellicht te wijten aan enkele wat geforceerd klinkende vernieuwingen.
Na die fase was Joss van plan een flinke rustperiode in te lassen. Ze was vast van plan zich een tijdje terug te trekken bij haar familie in Devon, doodmoe van alle promotieactiviteiten voor Introducing….Sinds haar veertiende was ze continu aan het werk geweest en Joss was aan bezinning toe. Maar die periode duurde niet lang. Op zeker moment, ergens in het vroege voorjaar van 2008, wordt ze wakker met een helder idee voor een nieuw album en dat wil ze ook meteen maken. Er was alleen een probleem: er waren geen liedjes en er was geen studio op korte termijn beschikbaar. Joss zegt over die periode: ‘Ik ben toen gewoon naar mijn moeder gestapt en heb haar een ruimte gevraagd in het gebouw van de club Mama Stone’s die zij runt. Er waren toch al bouwvakkers aan het werk dus die hebben ons geholpen om een studioruimte te improviseren. Er stond nog een oude piano in het gebouw van de vorige eigenaar maar die klonk prima.’ Haar omgeving verklaarde Joss voor gek maar zij was vast van plan haar idee door te voeren. De ruimte werd gemaakt, de apparatuur werd gebracht en de band kwam opdagen. En er werd begonnen met opnemen. Daarmee werd het Joss’ eerste eigen project met op dat moment nog onvoorzienbare gevolgen. ‘Ik stond er niet helemaal alleen voor hoor’ zo vervolgt Joss haar relaas. ‘De bandleden hielpen mee en ook mijn vader die geluidstechnicus is. En mijn gitarist bleef de hele tijd bij mij om te helpen met de composities en de arrangementen terwijl de anderen gingen slapen. Uiteindelijk zijn we met de hele groep een hele week aan het jammen geweest tot we er bij neervielen maar toen was het wel af. Ik vond het geweldig om zo’n spontaan idee meteen uit te voeren, dat maakt het zo fris. Wanneer je dat laat lopen, of wellicht wat demo’s opneemt waar je dan later weer aan gaat sleutelen, dan wordt het al snel te perfect. Dat heb ik in het verleden maar al te vaak gedaan. Misschien lijkt mijn album The Soul Sessions nog het meest hoe we dit hebben gedaan maar dat was geheel gebaseerd op bestaande liedjes waar we ook al twee weken op hadden geoefend. Dit proces was geheel spontaan en als er wat uit zou komen zouden we een plaat hebben. Zo niet, dan hadden we in ieder geval een te gekke tijd gehad’. De opname komt daarmee heel dicht in de buurt bij de manier waarop Joss’ soulhelden uit de sixties te werk gingen.
Met trots vervuld over haar zojuist gemaakte opnamen stapte Joss naar haar platenmaatschappij. De reactie was vernietigend, ze vonden het helemaal niks en wilden de opnamen niet uitbrengen. Joss had een cruciale vergissing begaan. ‘Het probleem was, en daar hoef ik geen doekjes om te winden, de mensen van mijn platenmaatschappij EMI waren zeer ontstemd omdat ik contractbreuk had gepleegd, hoewel niet opzettelijk. Ik had een plaat gemaakt zonder hen daarin te betrekken. Dat is kennelijk niet toegestaan als je een platencontract hebt. Je moet eerst vragen of je wel een plaat mag maken, of je daarvoor een bepaalde studio kunt gebruiken en met welke producer. En of je ook nog dat of dat liedje mag zingen. Daar komt het domweg op neer, tenzij je een megaster bent. Als je daar op een zakelijke manier naar kijkt is er nog wel wat voor te zeggen ook. Zij willen nu eenmaal de controle over een product dat zij op de markt brengen en waar ze een hoop geld in investeren. Ze willen zekerheid. Je zou denken dat ze op basis van mijn reputatie tot nu wel enige zekerheid hebben dat ik weet wat ik moet zingen. Het heeft bijna twee jaar geduurd om daar uit te komen. Ik voel nu wel dat ik daar niet verstandig aan heb gedaan maar ik voel ook dat het zeker niet zo had moeten zijn. Over de hele wereld zijn er mensen die muziek maken in hun slaapkamer maar ik kan dat NIET doen omdat ik een platencontract heb. Dat klopt gewoon niet helemaal. Er is ook behoorlijk wat veranderd sinds EMI is overgenomen door het investeringsfonds Terra Firma. Het is niet meer hetzelfde bedrijf als waar ik voor getekend heb. Er zijn ook al veel artiesten vertrokken. De firma probeert zakelijkheid te combineren met artisticiteit, maar ik denk dat het niet werkt. Dat wordt al gauw pretentieus. Echte artisticiteit kan nu eenmaal niet bedwongen worden. Het is allemaal erg duister. Ik probeer er zo vaak mogelijk op een andere manier naar te kijken. Zo van, zij proberen zo veel mogelijk geld te verdienen en ik wil hen daar zo veel mogelijk mee helpen. Maar dan moeten ze wel mijn muziek laten maken.
Na veel onderhandelen is het album in oktober vorig jaar dan toch verschenen onder de veelzeggende titel Colour Me Free. Het is het meest rauwe album dat Joss Stone ooit maakte, met een minimum aan overdubs en productie, waarin de stem van Miss Emotional, zoals haar moeder haar noemt, volledig op de voorgrond staat. Het is daarmee de meest eerlijke en directe soulplaat die je in deze tijd kan wensen. Voelt Joss nu wel de druk van weer een verkoopsucces? ‘Niet echt, ik heb ervoor gezorgd dat het de platenfirma verder niets heeft gekost, dat leek me wel zo eerlijk. Ze hebben er geen inspraak in gehad dus laat ik ze er ook geen geld aan verspillen. Ze vinden het nog steeds geen goede plaat, maar zijn wel zo beleefd geweest om het toch uit te brengen. Zij geloven dat het niet zal verkopen. En dan heb ik het niet over de mensen die mij direct begeleiden bij EMI, die vinden het geweldig wat ik heb gemaakt. De bazen, die de grote beslissingen moeten nemen, vinden het niks en iedereen heeft nu eenmaal een andere opinie over kunst. Als zij het niet trekken, ben je de pineut, zo is het gewoon. En wellicht hebben zij vanuit hun perspectief in sommige gevallen nog gelijk ook. Ik weet niet eens hoe je een radiovriendelijk liedje moet maken, want ik luister zelf nooit naar de radio. Ze vragen dat wel aan me, maar ik wordt al misselijk bij het idee voor een poging daartoe. Dit album zal daarom wel geen millionseller worden, maar dat interesseert me niet. Ik heb er erg veel plezier aan beleefd en de muziek is goed. De frustratie van EMI is dat ze een jong meisje hadden gecontracteerd die ze dachten te kunnen vormen tot een nummer 1-popartiest. En ik kan daaraan niet voldoen. Natuurlijk is dat wat ze destijds hebben gedacht en waarom ze er in de loop der jaren zoveel geld in hebben gestoken. In zekere zin voel ik zelfs spijt dat ik niet aan dat beeld voldoe, maar ik ben nu eenmaal dat meisje niet. Ik voel me prima in Devon, ik maak mijn muziek en ik zal op tournee gaan. Maar ik doe niet mee aan alle gekkigheid van de popindustrie. Als ik daaraan begin, kan ik beter thuisblijven en in de pub om de hoek gaan zingen, dat is net zo leuk’.
Recensies op Muziekwereld
Mind, Body & Soul Sessions (dvd)