Lang duurde haar carričre niet. Niettemin heeft de vocale furie Janis Joplin een onuitwisbare indruk achtergelaten. Evenals Brian Jones, Jimi Hendrix en Jim Morrison werd ze slechts 27 jaar. Ze leefde van sex, drugs en rock&roll, vond nimmer wat ze zocht en stierf eenzaam in een opgetuigde motelkamer.
De twee weken voor het Woodstock Festival bracht Janis Joplin door in het afgelegen huis van productiecoördinator John Morris. Het zal de bedoeling zijn geweest dat de wildebras daar even tot rust kwam. Dat ze de fles en de foute middelen misschien even liet staan en zich voorbereidde op een daverend optreden. Toen haar echter nadien gevraagd werd hoe de korte vakantie was bevallen, reageerde ze met een schouderophalend ‘Net als altijd’. ‘Ik heb een hoop vreemden geneukt’, voegde ze daar achteloos aan toe. Morris weet nog dat hij door een onpeilbare droefheid werd overvallen. Hij hield zijn hart vast. Dit kon niet goed gaan. Joplins verwijzing naar vleselijke geneugten was geen grootspraak. Ze deed het met alles en iedereen, met mannen en met vrouwen. Hoewel ze niet echt aantrekkelijk was, groeide ze op het podium uit tot een indrukwekkende persoonlijkheid met een erotische uitstraling die weinigen konden weerstaan. Er is een verhaal bekend van een lichtman die zodanig opgewonden raakte dat hij na een concert uitriep: ‘Janis, ik wil met je naar bed’. Ze stemde onmiddellijk toe. Uiteraard hield ze het ook met menig collega, al liep dat niet altijd goed af. De eveneens betreurde Jim Morrison van The Doors liet zich door haar verleiden ten overstaan van zijn hevig snikkende vriendin Pamela Courson. Kennelijk beviel het vreemdgaan niet erg, want na een verhitte ruzie sloeg Janis bijna een whiskeyfles op Morrisons hoofd kapot omdat hij haar bij de haren had gegrepen.
Het was me er eentje, die Texaanse furie. Ze dronk als een spons, spoot en slikte alles wat het opperwezen heeft verboden en had een hartverscheurend stemgeluid dat door merg en been ging. Als Janis zong liet geen mens dat onberoerd. Helaas vond haar bijdrage aan het Woodstock Festival in augustus 1969 plaats onder een ongunstig gesternte. Doordat het programma ernstig uitliep, raakte het schema dat haar drank- en drugsgebruik bepaalde in de war. Na per helikopter te zijn aangevoerd, besloot Janis dat ze in de tent waar de musici werden ondergebracht onvoldoende privacy had. Ze repte zich naar de openbare toilethokken, buffelde de rij wachtenden opzij met de brute mededeling ‘Ik ben een ster’ en prikte in de penetrante strontlucht een naald in haar aderen. Tegen de tijd dat ze het podium diende te beklimmen, was ze volgens diverse ooggetuigen ook nog eens behoorlijk dronken. Geestelijk en lichamelijk uitgeput, ontevreden met haar begeleidingsband en zichzelf, worstelde ze zich door een rits succesnummers heen, tot ze er gefrustreerd een eind aan kon maken. Na afloop wilde ze met niemand praten. ‘Ik kan niet communiceren met een kwart miljoen mensen’, zei ze tegen een vriendin. Het was een ietwat roemloze aftocht, temeer daar Janis opgevolgd werd door Sly And The Family Stone, die een loeistrakke show gaven waar de vonken vanaf spatten. In de oorspronkelijke Woodstock-film van Michael Wadleigh uit 1970 kwam ze ook niet voor. Pas met de latere ‘director’s cut’ is Janis Joplin aan het geheel toegevoegd en blijkt het eigenlijk best mee te vallen.
Hoe
anders ging het twee jaar eerder, op 16 juni 1967 op het Monterey Pop Festival.
Janis maakte toen deel uit van Big Brothers & The Holding Company – een zwoegend
bandje uit San Francisco waar ze op voorspraak van rockpromotor Chet Helms aan
toegevoegd was. Aanvankelijk functioneerde ze als een gelijkwaardig lid van het
psychedelische clubje. Janis ontgroeide de groep echter al snel en werd de
absolute blikvanger. Na verloop van tijd leidde dat tot de rare situatie dat
niemand nog in de bandleden geďnteresseerd was en alle aandacht naar Janis
uitging. En dat terwijl ze zich als meisje uit Port Arthur, Texas, pas een jaar
eerder definitief in de stad van de flowerpower had gevestigd. Opvallend op
Monterey was dat artiesten uit de vriendelijke sfeer van ‘peace and love’
feitelijk geen al te blijvende indruk achterlieten. De grote klappers waren Otis
Reading, The Who en vooral Jimi Hendrix, die als een bezetene te keer ging en
Pete Townshend in destructief opzicht wist te overtroeven door zijn gitaar in de
fik te steken. Hoewel Janis Joplin het met de wankele Holding Company moest doen
en alleen haar stem en haar presentatie had om het publiek tot geestdrift te
brengen, was zij de echte ster van het evenement. Ze was zenuwachtig, bang dat
er vervelende dingen zouden gebeuren en ze wist niet wat ze aan moest trekken.
Niettemin straalde ze een grote zelfverzekerdheid uit en bracht het publiek tot
extase. De superlatieven waren niet van de lucht en Big Brother werd ‘de band
met die geweldige zangeres’. Zoals Alice Echols het zo mooi schrijft in haar
boek Scans Of Sweet Paradise – The Life And Times Of Janis Joplin: ‘Er ging meer
belangstelling uit naar Janis’ linker tepel dan naar de vier mannen in de band’.
Daarmee werd Monterey een keerpunt in haar kortstondige carričre. Als gevolg van
het succes kwam er een lucratief platencontract dat de beroemde langspeler
Cheap Thrills opleverde. De opnamen verliepen zwak uitgedrukt nogal
moeizaam, omdat producer John Simon het collectief helemaal niet zag zitten. Het
is dan ook een wonder dat het allemaal lukte en bovendien een plaat opleverde
die binnen luttele maanden goud werd. Janis had het echter wel gezien. Zwaar
onder invloed van de rhythm & bluesgolf van de jaren zestig formeerde ze de
Kozmic Blues Band, waarmee ze – inmiddels riant aan de heroďne – I Got Dem
Of’ Blues Again Mama! opnam. Met deze formatie trad ze dik anderhalf jaar
later aan op Woodstock, dat voor haar zo’n twijfelachtig genoegen had.
Intussen had Janis naar verluidt al een keer of zes een overdosis genomen. De ene keer ging het goed en wist ze haar verslaving even te overwinnen, de andere keer zakte ze finaal terug en uiteindelijk maakte ze er een potje van. Janis was wereldberoemd, ze toerde door Amerika en Europa, ze verdiende honderdduizenden dollars per jaar, maar ze kon haar draai niet vinden en klaagde onafgebroken dat ze geen vriendje had en geen goede band. Tenslotte trok ze een nieuw stelletje voornamelijk Canadese begeleiders aan onder de naam The Full Tilt Boogie Band, waarmee ze de resterende maanden van haar leven vol maakte. In september van dat jaar begon ze onder leiding van producer Paul Rothchild, bekend van zijn werk met The Doors, aan de opnamen van wat haar postume meesterwerk zou worden. Pearl kwam uit in 1971 en bevatte huiveringwekkende mooie songs als Me And Bobby McGee (geschreven door haar voormalige minnaar Kris Kristoffersen) en Mercedes Benz.
Op 3 oktober 1970 luisterde Janis Joplin in de Sunset sound Studio’s te Los Angeles naar de zojuist ingespeelde basisopnamen van Buried Alive In The Blues. Een dag later zou ze de zang komen doen. Samen met enkele bandleden ging ze die avond naar Barney’s Beanery, een populaire kroeg om de hoek van de studio, waar enthousiast over het komende album gesproken werd. Vervolgens vertrok het gezelschap naar het Landmark Motor Hotel voor de nacht. Als altijd had Janis haar kamer in het kale logement opgetuigd met leukere prenten, een Indiaanse beddensprei en stemmige kaarsen. Omdat ze zich blijkbaar eenzaam voelde, praatte ze in de lobby lang met een receptionist die geen idee had wie ze was, maar geduldig luisterde naar de warrige verhalen die ze over de nieuwe plaat ophing. Terug in het slaapvertrek legde ze het pakje sigaretten dat ze net had gekocht op het nachtkastje. Met het wisselgeld nog in haar hand moet ze daarna ineens voorover in slaap zijn gevallen. Janis Joplin werd pas achttien uur later gevonden. De officiële doodsoorzaak was een overdosis heroďne, in combinatie met de effecten van teveel alcohol.
Literatuur: Scars OF Sweet Paradise – The Life And Times Of Janis Joplin door Alice Echols, Piece Of My Heart – A Portrait Of Janis Joplin door David Dalton.