Donna Summer – 1948 – 2012
Donna Summer, pseudoniem van LaDonna Adrian Gaines (Boston, 31 december 1948 – Key West, 17 mei 2012) was een Amerikaans zangeres, songwriter en artiest. Ze was het bekendst van haar discohits uit de jaren 70, die haar de bijnaam "koningin van de disco" opleverden. Als één van de weinige discosterren slaagde ze er ook in om later met andere genres, zoals de r&b, hits te blijven scoren.
Gaines groeide op in een gezin van zeven kinderen met vrome, christelijke ouders. Ze werd beïnvloed door de Amerikaanse zangeres Mahalia Jackson en zong reeds op jeugdige leeftijd in de kerk. Volgens haar eigen zeggen beleefde ze tijdens haar eerste solo in de kerk een goddelijke openbaring, waarin haar te verstaan werd gegeven haar stem te gebruiken om later een ster te worden. Als tiener formeerde ze kleine zanggroepjes, onder meer met haar zus en een nicht, waarmee ze muziekgroepen als The Supremes en Martha & The Vandellas imiteerde. Aan het eind van de jaren 60 werd ze beïnvloed door Janis Joplin en werd ze leadzanger van een psychedelische-rockgroep, de Crow, nadat ze haar opleiding had gestaakt. In 1968 deed ze auditie voor de rol van Sheila in de Broadwaymusical Hair. Ze kreeg de rol niet, maar later, toen de musical naar Europa ging, werd haar de rol alsnog aangeboden en vertrok ze naar Duitsland, waar ze tijdens een langdurig verblijf onder meer meezong in de musicals Godspell en Show Boat en zich aansloot bij de Weense Volksopera (de Volksoper Wien).
Nadat ze in München was gaan wonen, trouwde Gaines met de Oostenrijkse acteur Helmuth Sommer en nam daarna haar artiestennaam Donna Summer aan, een verengelsing van het Duitse woord Sommer (zomer). In 1971 kwam ze in Nederland met haar eerste solosingle Sally Go Round the Roses, maar haar eerste grote internationale hit scoorde ze in 1974 met The Hostage. Summer tekende daarvoor een albumcontract in Nederland en bleef daarna een graag geziene gast bij AVRO's Toppop. Lady of the Night is de titel van het album uit 1974, met daarop de internationale hit The Hostage en de vooral in Nederland succesvolle single Lady of the Night (eigenlijk een Engelstalige smartlap over een prostituee/escortmeisje). Met deze laatste single brak Donna Summer in Nederland in 1974 door. Het was haar eerste doorbraak als soloartieste, dankzij optredens met de singles Lady of the Night en The Hostage in de in die jaren satirische en vaak controversiële televisieshow Van Oekel's Discohoek van Dolf Brouwers alias Sjef van Oekel. Bovendien werd Nederland in die tijd als belangrijk trendsettend land gezien voor de popmuziek. Nederland was min of meer de bakermat van haar succes. Haar eerste album werd echter een matig succes.
Donna Summer bracht de volgende jaren veel singles uit. In 1975 werd in veel landen Love To Love You Baby uitgebracht. Het nummer sloeg in als een bom. Het orgastische gekreun dat de zangeres in dit nummer ten gehore bracht, was een tijd lang het gesprek van de dag. Het nummer schoot in veel landen naar de eerste plaats in de hitlijsten. In de VS werd het nummer eerst niet uitgebracht, maar wel door enkele radiozenders gedraaid als import uit Europa. Uiteindelijk werd het ook in de Verenigde Staten uitgebracht en ook daar een grote hit. Een aantal radiozenders boycotte de single echter wegens de obscene geluiden. Maar haar naam werd wel gevestigd. Op dezelfde leest als Love to love you baby waren de nummers Could it be magic (1976) en Down deep inside (1977) geschoeid. Het laatste was de titelsong uit de film The deep met in de hoofdrollen onder anderen Nick Nolte, geproduceerd door John Barry (die ook onder andere James Bond produceerde).
In de jaren daarna bracht Summer meerdere singles uit, die allemaal grote hits werden. Er werd in die periode gezegd dat "alles wat Donna Summer aanraakt, verandert in goud". Ze kreeg in 1975-1976 de officiële titel The Queen of Disco en de officieuze titel The First Lady of Love, de laatste mede vanwege haar vele min of meer erotisch getinte liefdesliedjes in die periode. Ze was een van de weinige discoartiesten die ook veel aandacht aan elpees besteedt. Een greep uit de vele singles die ze uitbracht:
No More Tears (Enough is Enough) was een duet samen met Barbra Streisand. Het werd een wereldhit en de eerste platina maxisingle in de Verenigde Staten. Bekend is dat beide diva's zo onder de indruk van elkaar waren dat beiden zelf (ondanks eerdere pogingen) het nummer apart hebben ingezongen. De langzame intro is zelfs door de songwriters voor Streisand geschreven, omdat disco toch meer Summer op het lijf geschreven was. Summer heeft in 1978-1979 vier nummer 1-hits op rij weten te scoren in de Billboard Hot 100. Dat was toen een unicum en voor zover bekend is dat nadien door geen enkele andere artiest geëvenaard.
Daarna volgde nog eind 1979 de grote hit On the Radio, waarna Summer compleet instortte. De enorme druk van haar grote successen was ondraaglijk geworden en ze kreeg psychische en gezondheidsklachten. Ze keerde terug tot het geloof (christendom) en krabbelde begin jaren 80 weer uit haar diepe dal omhoog.
Ze is na dit herstel begin jaren 80 een geheel andere weg ingeslagen, zowel persoonlijk als artistiek. Dit wellicht omdat ze meer het eigen heft in handen nam wat haar imago en muzikale richting betrof. Dat is ook duidelijk terug te vinden in haar nummers. Er stonden vanaf toen regelmatig nummers op haar albums met invloeden van de gospel. Regelmatig benadrukte ze dat ze haar inspiratie putte uit haar geloof en God. Er ontstond een gerucht[1] dat Summer zich tegen homoseksuelen had uitgelaten, wat nooit echt is bewezen en zelfs publiekelijk door haar is ontkend. Toch blijft dit gerucht regelmatig de kop opsteken. Vermeld dient hier wel te worden dat zij daarna mee heeft gedaan aan vele benefietoptredens en donaties voor homoseksuelen. Haar carrière leefde vervolgens weer wat op, maar zakte midden jaren 80 weer in. Summer was nog steeds verbonden als The Queen of Disco met haar glorieuze discoperiode en kon zich na het einde van de discohype moeilijk daarvan lostrekken. Of waren het haar bewonderaars die Summer als discokoningin bleven zien? Wel is zij de enige superster die de discoperiode blijvend heeft nagelaten.
Het nieuwe album The Wanderer in 1980 was een matig succes, en het volgende album, I'm a Rainbow, werd niet uitgebracht in 1981, maar pas in 1996. De reden is dat David Geffen van Geffen Records de plaat niet goed genoeg vond, en hierna Summer combineerde met Quincy Jones. Het was de bedoeling van de producenten dat dat haar hoogtepunt zou gaan worden in haar carrière. Verder eindigde in die tijd de langdurige samenwerking met Giorgio Moroder en Pete Belotte. Het album dat in 1982 uitkwam heet Donna Summer. Met het nummer State of Independence (oorspronkelijk van Vangelis en Jon Anderson) scoorde ze in 1982 een nummer 1-hit in de Top 40. In de Nationale Hitparade kwam het tot de derde plaats. Grote namen die in het achtergrondkoor zitten, zijn onder anderen Michael Jackson, Lionel Richie, Dionne Warwick, Quincy Jones, Stevie Wonder, Christopher Cross en Brenda Russell. Het album verkocht uiteindelijk goed, maar zou niet haar bestverkochte album worden; dat is nog steeds het album Bad Girls uit 1979. Verdere hits van het album uit 1982 zijn Love Is In Control (Finger on the Trigger) en The Woman in Me.
In 1983 scoorde ze nog een hit met She Works Hard for the Money. De overige singles uit 1982 en 1983 scoorden nog redelijk. Het album uit 1984 (Cats Without Claws), met onder andere de matig scorende hit Supernatural Love en There Goes My Baby, scoorde ook als album redelijk. Wel kreeg ze een Grammy voor het gospelnummer Forgive Me. Het volgende album uit 1987 (All Systems Go) scoorde zelfs matig, evenals de twee singles daarvan (All Systems Go en Dinner with Gershwin). Steeds meer nam het succes af, tot ze eind jaren 80 ging samenwerken met Stock, Aitken & Waterman. Van dit album komen de grote hits I Don't Wanna Get Hurt, Love's About To Change My Heart en This Time (I Know It's For Real).
Halverwege de jaren 90 scoorde ze een grote hit met een remix van I Feel Love, de rest van de in de jaren 90 uitgebrachte singles verkochten aanzienlijk minder. Een aantal titels daarvan zijn Work that Magic (1991), Melody of Love (Wanna be Loved) (1994), clubremixen van The State of Independence (1996), Carry On en I Will Go With You (1999) en voor de film Pokémon het nummer The Power of One (2001). Ook zong ze voor de Disneyfilm De Klokkenluider van de Notre Dame, uit 1996, de soundtrack Someday en een duet met Liza Minnelli, Does He Love You. De meeste van deze nummers scoorden wereldwijd echter wel hoog in de dancehitlijsten. Met de single Carry On (een hernieuwde samenwerking met Giorgio Moroder) won ze de eerste Grammy in de categorie Dance. In 1994 kwam er een compleet kerstalbum uit, getiteld Christmas Spirit. Dit album oogste veel gunstige recensies, de verkopen echter waren ook hier niet erg hoog. Verder volgden in de jaren 90 onder meer nog optredens bij Oprah Winfrey en op de Divas III-concerten.
Rond de eeuwwisseling bracht ze een cd/dvd uit onder de titel Live & More Encore van een concertregistratie in New York, waarop ze ook een paar nieuwe nummers ten gehore bracht. Verder schilderde ze al vanaf de jaren 80. Hiermee trad ze in de 21e eeuw steeds meer naar buiten. Ook schreef ze begin 21e eeuw nog een boek over haar eigen leven en volgde er een daarop gebaseerde musical, getiteld Ordinary Girl. In de jaren daarna toerde zij nog regelmatig door Amerika en was ze in Europa te zien op Night of the Proms-concerten.
Op 20 mei 2008 verscheen, na een stilte van 17 jaar, weer een compleet nieuw studioalbum, getiteld Crayons. Met drie nummers, I'm A Fire, Fame (The Game) en Stamp Your Feet, haalde ze wederom de nummer 1-positie, ditmaal in Billboards Hot Dance Club Songs. Ze trad op in verschillende programma's. In 2009 maakte ze een grote concerttournee door Amerika met haar nieuwe album en deed ze ook Europa aan (Parijs, Berlijn, Lokeren). Momenteel is ze diverse keren voorgedragen voor de "Rock and Roll Hall of Fame" maar nog niet toegelaten. Eind 2009 trad ze op bij de uitreikingsceremonie van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo.
In augustus 2010 verscheen op iTunes haar nieuwste single, To Paris With Love. Deze single werd eind oktober 2010 nummer 1 in Billboards Hot Dance Club Songs.
Na een lang gevecht tegen longkanker, die ze beweerde te hebben opgelopen door het inhaleren van giftige deeltjes tijdens de aanslagen op 11 september 2001, overleed Donna Summer op 17 mei 2012 op 63-jarige leeftijd. Ze liet haar man Bruce Sudano, hun twee dochters en haar dochter uit een vorig huwelijk en vier kleinkinderen achter.
Terugkijkend op Donna Summers carrière kunnen drie fasen worden onderscheiden. In de jaren 70 was zij de sensuele en aantrekkelijke, wat wilde jonge zangeres die veel meisjes tot voorbeeld diende en ook door veel jongens als aantrekkelijke vrouw werd gezien. Het succes werd haar te veel (overigens waardeerde zij het zelf helemaal niet dat ze in die periode min of meer wordt afgeschilderd als seksbom, vooral naar aanleiding van nummers als I Love to Love You Baby, Try Me, I Know We Can Make It, I Feel Love, Deep Down Deep Inside en Hot Stuff). De combinatie van haar sensuele verschijning, haar stem met een hoog en breed bereik en de samenwerking met producenten Pete Bellotte en Giorgio Moroder zorgt voor de rest. Ze werd een ster, een idool. Haar samenwerking met Giorgio Moroder en Pete Bellotte heeft in hoge mate bijgedragen aan de doorbraak van zowel de disco als de latere techno. Met name het nummer I Feel Love was zijn tijd (1977) ver vooruit. Elk nummer op dat betreffende album, I Remember Yesterday, belichaamde de muziekstijl van een decennium uit de 20e eeuw. I Feel Love was het laatste nummer van dit album en moest de jaren 90 belichamen. Achteraf gezien heeft het grote invloed gehad op enkele muziekstijlen uit de jaren 90, met name de techno en house. Het latere album The Wanderer, uit 1980, is samen met het album Bad Girls uit 1979 van invloed geweest op de muziekstijlen van andere grote namen later in de jaren 80, zoals David Bowie, Billy Idol, Whitney Houston, Cyndi Lauper en Madonna.
Na de discoperiode, Summers grootste tijd, werden veel van haar liedjes in de jaren 80 echter minder onstuimig, deels in de geest van de tijdsperiode van de jaren 80, deels waarschijnlijk vanwege haar eigen rustigere levensfase. Ze bleef wel nog steeds haar eigen liedjes schrijven en verdiende miljoenen aan royalty's van haar oude hits. Haar laatste albums en singles verkopen nog steeds redelijk tot goed.
In de jaren 90 scoorde zij echter vrijwel geen grote hits meer. Wel was ze met nieuwe singles in de dancehitlijsten nog steeds succesvol. Grote aantallen worden er echter niet meer verkocht van haar nieuwe album(s) en de verschillende nieuwe singles. Veel van haar nieuwe singles bevatten een groot aantal verschillende remixen van hetzelfde nummer. In 2008, 14 jaar na haar laatste nieuwe album uit 1994, verscheen er weer een nieuw album, Crayons, waarmee zij een hitrecord vestigde (drie nummers van dit album krijgen een nummer 1-notering in Billboards dancehitlijst) over een periode van meer dan 40 jaar. Met dit laatste album leek ze door te gaan op haar muzikale weg. Ze schreef haar nummers nog steeds grotendeels zelf, in plaats van te rusten of alleen nog maar klassiekers op te nemen. Ze bleek nog steeds grote waardering te krijgen voor haar zang en schrijf talenten en mocht zich scharen onder een van de meest beste vocalisten van haar tijd.
Tot nu toe zijn er ruim 187 miljoen albums van Donna Summer verkocht. Ze won Grammy Awards in 1978 (Last Dance), 1979 (Hot Stuff), 1983 (He's a Rebel), 1984 (Forgive me) en 1997 (Carry On). Last Dance ontving een Oscar voor Best Original Song, maar de prijs staat op naam van Paul Jabara, die tekst en muziek schreef. Ze heeft wel een Golden Globe nominatie voor Down Deep Inside (1977), naast nog andere onderscheidingen. Ze heeft een eigen ster op de Walk of Fame.
Erwin Zijleman heeft op zijn blogspot De Krenten uit de Pop een heel mooie hommage geschreven over de op 17 mei 2012 overleden Donna Summer. Hieronder integraal de tekst van het verhaal van Erwin.
De vandaag (17 mei 2012) op 63-jarige leeftijd overleden Donna Summer verdient wat mij betreft daarboven een plekje tussen de allergrootsten uit de geschiedenis van de popmuziek, maar wat heeft ze tijdens haar aardse bestaan een merkwaardige staat van dienst opgebouwd. Het Nederlandse publiek zag haar voor het eerst in actie in het legendarische tv programma Van Oekel's Discohoek in de eerste helft van de jaren 70. Terwijl Dolf Brouwers het programma op geheel eigen wijze vol kletste en zijn assistent Evert van der Pik onzinnige telefoongesprekken voerde of zijn fietstas vol kotste, zong Donna Summer onverstoorbaar haar eerste single The Hostage. Voor The Hostage werkte Donna Summer voor het eerst samen met producer Giorgio Moroder en dat bleek een gouden greep. Donna Summer maakte met Moroder een aantal intrigerende platen waarop op dat moment fonkelnieuwe elektronica werd gecombineerd met de prachtige soulvolle stem van Donna Summer en tracks van ruim een kwartier niet werden geschuwd. Het leverde Donna Summer een aantal wereldhits op waaronder naast The Hostage ook Love To Love You Baby en I Feel Love; stuk voor stuk songs die de tand des tijd prima hebben doorstaan. Donna Summer, die tot op dat moment een jaar of tien met weinig succes had gefigureerd in Europese musicals, was opeens een wereldster die de bijnaam The Queen Of Disco afdwong en jaren met veel succes wist uit te buiten. Aan het eind van de jaren 70 koos Summer voor een andere weg en werd disco verruild voor pop en rock met invloeden uit de soul. Ook deze periode was bijzonder succesvol en leverde Donna Summer nog een aantal wereldhits op, waaronder Hot Stuff, Bad Girls, MacArthur Park en Last Dance. Summer tekende vervolgens een miljoenencontract voor het op dat moment net opgerichte Geffen label, maar succes bleef dit keer uit. Nadat ook een hernieuwde samenwerking met Giorgio Moroder geen succes had gebracht, koos Summer in de tweede helft van de jaren 80 voor een korte samenwerking met de Britse wegwerppop producenten Stock, Aitken en Waterman. Het leverde haar na lange tijd weer een hit op, maar Summer verspeelde met deze stap ook flink wat krediet bij de serieuze muziekliefhebbers en kon een plekje tussen de grote soulzangeressen definitief vergeten. De afgelopen twintig jaar maakte Donna Summer nog met enige regelmaat platen, maar grote successen bleven uit. Wel kreeg de zangeres, die met name tijdens de jaren 70 de disco en de popmuziek met invloeden uit de zwarte muziek op de kaart zette, in brede kring alsnog waardering voor haar werk. Ik heb zelf alleen Love To Love You Baby uit 1975 in de kast staan en moet zeggen dat het nog altijd een intrigerende plaat is van een groot zangeres. Als Donna Summer aan het begin van de jaren 70 had gekozen voor de soul was ze inmiddels al lang doorgedrongen tot de eregalerij van de allergrootste soulzangeressen. Nu moet ze het doen met het predicaat The Queen Of Disco. Ook niet gek voor iemand die ooit moest figureren in Van Oekel's Discohoek. Ik hoop stiekem dat Donna Summer daarboven in ambiance terecht komt die haar geweldige stem meer recht doet.
Erwin
Zijleman