Kayak

Kayak behoorde in de jaren zeventig tot de populaire symfonische groepen van Nederland. Hoewel de muziek aanvankelijk stevig verankerd lag in de symfonische rock zoals die gespeeld werd door groepen als Yes, Genesis en Focus, haalden singles van Kayak toch regelmatig de hitlijsten. De band viel op door het hoge peil van de eigen composities van toetsenist Ton Scherpenzeel en drummer Pim Koopman in combinatie met het aparte stemgeluid van zanger Max Werner. Kayak ontstond in 1972 toen dit drietal dat gelijktijdig een klassieke opleiding volgde op het Hilversums Muzieklyceum, besloot samen een band te beginnen om hun eigen muziek te maken. De groep werd gecompleteerd door gitarist Johan Slager en basgitarist Cees van Leeuwen. In 1973 verscheen bij platenmaatschappij EMI de eerste LP van Kayak, ‘See see the sun’, die twee Top 20 singles herbergde, ‘Lyrics’ en ‘Mammoth’. Binnen een jaar behoorde Kayak tot de populairste en meest optredende bands van Nederland. De muziekstudie moest er, door de drukke werkzaamheden in het land, dan ook al snel aan geloven. In 1974 volgde het titelloze tweede album, dat weer een hit opleverde in de vorm van ‘Wintertime’. Door de verrichtingen van Kayak binnen Nederland was ook de interesse gewekt van buitenlandse, vooral Amerikaanse platenlabels. Dat leidde vanaf het derde en laatste EMI-album ‘Royal bed bouncer’ (1975) tot een contract met het label Janus. Bassist Cees van Leeuwen was inmiddels vervangen door Bert Veldkamp, en in deze formatie maakte de groep in 1976 het eerste album voor Mercury, ‘The last encore’. Pim Koopman en Bert Velkamp besloten niet lang na de release van dit album de groep te verlaten en werden opgevolgd door respectievelijk Charles Schouten en Theo de Jong. Kayak kwam in die bezetting in 1978 terug met het album ‘Starlight dancer’, dat met het titelnummer toch weer een top 15 notering haalde. Een combinatie van nummers van dit album en de vorige plaat ‘The last encore’ werd in America uitgebracht onder de titel ‘Starlight dancer’ en daar zeer positief ontvangen. Het Amerikaanse album bevatte onder meer demo-uitvoeringen van nummers als ‘Irene’ en ‘Want you to be mine’ en het niet in Nederland uitgebrachte ‘Ballad for a lost friend’, een Engelstalige versie van het nummer ‘Boezem’ dat bijna twee jaar eerder op de Boekenweek-LP ‘Zing je moerstaal’ was verschenen. Kayak werd in het muziekvakblad Billboard zelfs uitgeroepen to Meest Belovende Buitenlandse Groep van het Jaar. Er werd een uitgebreide promotiecampagne opgezet, ‘Want you to be mine’ haalde er de Top 50 en er was zelfs sprake van grootse tourneeplannen. Op dat moment werd de groep geconfronteerd met een flinke tegenvaller: zanger Max Werner, die van origine drummer was, wilde niet langer de rol van leadzanger vervullen maar de plaats achter het slagwerk innemen, die was vrijgekomen door het vertrek van Charles Schouten. Nadat bassist Theo de Jong het kort daarna voor gezien hield, zat de groep binnen anderhalf jaar niet alleen weer zonder ritmesectie, maar nu ook zonder leadzanger, zodat de Amerikaplannen voorlopig in de ijskast konden. Na rijp beraad werd Max Werner inderdaad de nieuwe Kayak-drummer en ving de zoektocht aan naar een nieuwe zanger. Die werd gevonden in de persoon van Edward Reekers, die van Kayak-fan ineens tot Kayak-zanger promoveerde. De plaats van De Jong werd ingenomen door Peter Scherpenzeel, de broer van Ton. Misschien wel de meest opvallende verandering was de toevoeging van twee achtergrondzangeressen, Irene Linders en Katherine Lapthorn. Het resultaat was een Kayak nieuwe stijl, dat in feite weinig meer met de oorspronkelijke bezettng van doen had. Eind 1978 werd het album ‘Phantom of the night’ uitgebracht en het bleek uiteindelijk het grootste succes van de groep te worden sinds de oprichting, zo’n zeven jaar eerder. Van het album werden in Nederland alleen al zo’n 120.000 exemplaren verkocht. Met de single ‘Ruthless queen’ behaalde Kayak voor het eerst in haar carrière een dikke Top 5 hit.De opvolger ‘Periscope life’ (1980) kon het succes van “Phantom of the night’ niet evenaren, hoewel de plaat toch bijna goud werd. Kayak verliet daarna de steeds meer op duidelijke liedjesstructuren gerichte muzikale lijn en maakt in 1981 met ‘Merlin’ een conceptplaat over de legendarische vroegmiddeleeuwse tovenaar aan het hof van koning Arthur, onverwacht haar meest symfonische album. De rek leek er daarna echter uit. Sommige groepsleden stortten zich op solo-activiteiten, met als opvallendste prestatie de nummer 1 hit die Max Werner (als zanger!) had in Duitsland met ‘Rain in May’. Het negende, weliswaar in de studio geregistreerde, maar live gespeelde album ‘Eyewitness’ betekende de zwanenzang van de groep. Begin 1982 besloot ieder zijn eigen weg te gaan en werd de groep, na bijna tien succesvolle jaren opgeheven.

Terug naar Hoofdindex